Postnatale depressie
Wat is een postnatale depressie?
Een kind krijgen is een ingrijpende gebeurtenis. De jonge moeder maakt in korte tijd veel veranderingen door. Lichamelijk en hormonaal, maar ook emotioneel en sociaal. Geen wonder dat veel vrouwen de eerste dagen na een bevalling last hebben van spontane huilbuien, prikkelbaarheid, nervositeit en slaapproblemen. Deze zogenaamde ‘babyblues’ gaan meestal vanzelf over.
Sommige vrouwen blijven echter neerslachtig, prikkelbaar en angstig. In dat geval kan er sprake zijn van een postpartum depressie, ook wel postnatale depressie genoemd. Soms beginnen de klachten pas na enkele weken of maanden, als de moeder stopt met borstvoeding geven of weer gaat werken. Een postnatale depressie kan ook optreden na een miskraam of abortus.
Naar schatting krijgt tien procent van alle bevallen vrouwen last van meer of minder ernstige depressieve klachten. In Nederland gaat het om 20.000 vrouwen per jaar.
Symptomen postnatale depressie
Naast de algemene symptomen van een depressie, kan een postpartum depressie zich uiten in:
- weinig plezier beleven aan de baby of zelfs heftige gevoelens van afkeer en haat jegens de baby hebben;
- terugkerende obsessieve gedachten om hun kind iets aan te doen (zonder dat ook echt te willen doen);
- geen ‘moedergevoel’ hebben of juist overbezorgd zijn;
- het gevoel ongeschikt te zijn voor het moederschap.
Postpartum psychose
Een enkele vrouw krijgt ook last van waandenkbeelden en verliest het contact met de werkelijkheid. Dit noemen we een postpartum psychose. De moeder denkt bijvoorbeeld dat het kind niet van haar is of ziet in een flits voor zich dat ze de baby van de commode laat vallen. Ze kan zo somber zijn dat ze denkt dat zij of de baby dood beter af is. In het geval van een postpartum psychose moet direct deskundige hulp worden ingeschakeld.
Waar komt het door?
Postnatale depressies hebben niet één duidelijke oorzaak. Ze ontstaan door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren.
Biologische factoren
Een belangrijke biologische factor is de verandering in de hormoonbalans. Daarnaast speelt ook erfelijkheid een rol. In sommige families komen (postnatale) depressies vaker voor dan in andere.
Sociale factoren
Een bevalling is een ingrijpende gebeurtenis die veel spanning kan oproepen. Bij vrouwen die er gevoelig voor zijn, kan een grote hoeveelheid spanning leiden tot een postnatale depressie. Een moeilijk verlopende zwangerschap of bevalling en andere stressfactoren, zoals relatieproblemen, vergroten de kans op een postnatale depressie. Ook maatschappelijke normen over het moederschap en het ideale gezinsleven spelen een rol. Deze druk is des te groter wanneer de nieuwe moeder de zorg voor haar kind(eren) wil combineren met een baan buitenshuis. Soms heeft een postnatale depressie ook te maken met onverwerkte ervaringen in het verleden.
Psychische factoren
Persoonlijke eigenschappen die kunnen leiden tot een postnatale depressie zijn: te hooggespannen verwachtingen, slecht nee kunnen zeggen, moeilijk gevoelens kunnen uiten, gebrek aan zelfvertrouwen, perfectionisme, faalangst en een streng geweten.
Tips
Tips voor jezelf
- Blijf niet met je probleem rondlopen. Postnatale depressies zijn vaak goed te behandelen.
- Erken je sombere gevoelens en besef dat je depressie niet zomaar verdwijnt. Je kunt je stemming echter wel beïnvloeden.
- Sta jezelf ‘fouten’ toe: moeder zijn leer je met vallen en opstaan.
- Laat je partner ook voor de baby zorgen.
- Neem tijd en rust voor jezelf, met én zonder de baby.
- Praat met je omgeving over je gevoelens.
- Zorg voor zoveel mogelijk regelmaat: sta op tijd op, eet driemaal per dag en ga op tijd naar bed.
- Ga elke dag een stuk fietsen of wandelen. Beweging helpt tegen depressieve gevoelens en maakt je bovendien ‘gezond moe’, zodat je beter slaapt.
Tips voor de omgeving
- Probeer de depressie niet ‘weg te praten’ of iemand die depressief is op te vrolijken. Dat werkt juist averechts.
- Geef geen adviezen en tips. Begrip, sympathie en een luisterend oor zijn het belangrijkst.
- Bied hulp bij huishoudelijke klussen zoals schoonmaken en de was, als iemand daar te weinig energie voor heeft.
- Bel regelmatig of ga op bezoek. Het helpt, al zul je misschien niet direct een positieve reactie krijgen.
- Ga samen met degene die depressief is iets gewoons doen, zoals wandelen of winkelen. Niet voorstellen of vragen, maar doen.
- Laat eventueel blijken dat je niet weet wat je moet zeggen of doen, maar dat de depressieve persoon altijd op je kan rekenen.
- Zoek meer informatie over postnatale depressie. In de bibliotheek, de boekhandel of op internet.
- Een postnatale depressie kan gepaard gaan met boze of zelfs agressieve buien. Bedenk dat jij het ‘doelwit’ bent juist omdat degene die depressief is zich bij u durft te uiten en veilig voelt.
- Zoek zelf steun als het je te veel wordt.
- Vrouwen met een postnatale depressie vinden het vaak moeilijk om naar de huisarts te gaan. Ze hebben er geen energie voor, denken dat ze toch niet geholpen kunnen worden of vinden dat ze geen hulp waard zijn. Probeer iemand met depressieve klachten daarom te bewegen om naar de huisarts te gaan. Je kunt ook voorstellen om mee te gaan.
- Heeft iemand het over zelfdoding of het doden van haar baby, twijfel dan niet en schakel hulp in. Bel de huisarts, PuntP of – bij spoed – de politie.
Behandeling
Lees verder over de behandeling die PuntP biedt.