Medicatie modules
Medicatie module
Bij sommige mensen met een depressie is het nodig om naast gesprekstherapie medicijnen in te nemen. Veelgebruikte medicijnen tegen een depressie zijn klassieke tricyclische antidepressiva (TCA’s) en selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI’s). Beide soorten zijn ongeveer even effectief, de keus voor het ene of het andere middel wordt daarom meestal gemaakt op basis van de bijwerkingen, gevaar voor overdosering, bijkomende psychische en lichamelijke stoornissen, het gevaar van wisselwerking met andere medicijnen en de kosten. Tegenwoordig zijn SSRI’s vaak de eerste keus.
Bij meer dan de helft van de mensen leidt het innemen van SSRI’s en TCA’s tot een vermindering van de depressie. Dit is vier tot zes weken na het begin van het gebruik voelbaar. De omgeving ziet overigens vaak eerder veranderingen.
Voor een goed resultaat moeten de medicijnen zeker vier tot zes maanden worden gebruikt. Bij abrupt stoppen kunnen er zogeheten onttrekkingsverschijnselen optreden; de cliënt kan daarom niet zomaar stoppen.
Antidepressiva zijn niet verslavend, maar hebben wel bijwerkingen. Deze verschillen per gebruiker en per soort. Vaak genoemde bijwerkingen zijn: sufheid, slaperigheid, een droge mond, wazig zien, duizelingen, misselijkheid, hoofdpijn, transpireren, hartkloppingen, verstopping en afname van seksuele gevoelens. Meestal verdwijnen de bijwerkingen na verloop van tijd.
Andere medicijnen zijn serotonine-noradrenaline heropnameremmers (SNRI’s) en noradrenerge specifieke serotonerge antidepressiva (NaSSA’s). Onder het grote publiek is het plantaardige middel sint-janskruid steeds bekender geworden. Dit is verkrijgbaar bij de drogist. Bij milde en matige depressie blijkt het op korte termijn wel effect te hebben, maar onduidelijk is nog of het even werkzaam is als SSRI’s en TCA’s. Of het helpt op langere termijn bij ernstige depressie is niet bewezen. Aanvankelijk werd aangenomen dat sint-Janskruid veel minder bijwerkingen heeft dan andere antidepressiva, maar daar komen onderzoekers inmiddels van terug. Het middel gaat niet goed samen met andere medicijnen, waaronder SSRI’s. De ideale dosis en het gevaar van eventuele overdosis zijn onbekend.
Totdat de antidepressiva aanslaan, kunnen kalmerings- of slaapmiddelen helpen; deze werken immers direct. Meestal zijn deze medicijnen slechts enkele weken nodig. Antipsychotica liggen minder voor de hand; daarvan staat niet vast dat ze helpen bij een depressie.