Paniekstoornis

Wat is een paniekstoornis?

Mensen met een paniekstoornis worden op volkomen onverwachte momenten overvallen door paniekaanvallen. Een paniekaanval is een relatief kortdurende periode van hevige angst die toeslaat terwijl daar geen duidelijke aanleiding voor is. Het leven wordt beheerst door de angst voor deze paniekaanvallen.

Symptomen

Een paniekaanval gaat gepaard met minstens vier van de volgende verschijnselen:

  • hartkloppingen
  • pijn of beklemd gevoel op de borst
  • zweten
  • ademnood, het gevoel te stikken
  • snel en hijgend ademhalen (hyperventilatie)
  • duizeligheid of het gevoel flauw te vallen
  • trillen of beven
  • misselijkheid of diarree
  • een doof gevoel of tintelingen in de ledematen
  • een gevoel van onwerkelijkheid, alsof men naar een film kijkt
  • angst voor controleverlies of gek worden
  • angst om dood te gaan

Paniekstoornis met straatvrees

Het komt regelmatig voor dat de paniekaanvallen worden uitgelokt door situaties waar je niet zomaar weg kunt. Zoals het openbaar vervoer, in een rij bij de supermarkt, in een bioscoop, restaurant of theatervoorstelling. De angst voor deze situaties en vermijden ervan wordt straatvrees, of ook wel agorafobie of pleinvrees genoemd.

Symptomen paniekstoornis met straatvrees

Angst om niet weg te kunnen in rij wachtenden, openbaar vervoer, restaurant, bioscoop, mensenmassa’s.

WAAR KOMT HET DOOR?

Een paniekstoornis wordt net als andere angststoornissen veroorzaakt door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren.

BIOLOGISCHE FACTOREN

In de ene familie komen angststoornissen meer voor dan in de andere. Erfelijkheid speelt daarin een rol, maar ook de opvoeding.

SOCIALE FACTOREN

Een angststoornis begint vaak na een ingrijpende levensgebeurtenis. Dat kan zowel een negatieve gebeurtenis zijn (ziekte, sterfgeval, scheiding, verhuizing, ontslag) als een positieve gebeurtenis (geboorte kind, promotie). Sociaal isolement, onbegrip in de naaste omgeving, chronische overbelasting en chronische lichamelijke klachten/aandoeningen houden een angststoornis daarnaast in stand.

PSYCHISCHE FACTOREN

Een angststoornis komt vaker voor bij mensen die slecht voor zich zichzelf opkomen, hun gevoelens moeilijk uiten en probleemsituaties/conflicten uit de weg gaan.

Tips

TIPS VOOR JEZELF

  • Probeer een eerlijk beeld te krijgen van je angst en de invloed die deze op je leven heeft.
  • Praat over je angsten met mensen in je omgeving.
  • Breng voor jezelf de verschijnselen van beginnende paniek of angstgevoelens in kaart.
  • Geef zo min mogelijk toe aan de angst. Ga angstaanjagende situaties als het even kan niet uit de weg.
  • Wees voorbereid op de lichamelijke verschijnselen die je kunt verwachten in situaties die je beangstigen. Wanneer je niet wegloopt voor die situatie maar de confrontatie aangaat, zul je merken dat de onrust, het trillen en zweten na een tijdje verminderen. 

TIPS VOOR DE OMGEVING

  • Erken de enorme angst van de ander, ook al lijkt die overdreven of niet reëel. Probeer de angstgevoelens niet weg te praten.
  • Blijf de ander steeds stimuleren zelf dingen te doen en de angstige situaties tegemoet te treden, maar dwing niet.
  • Stimuleer hem of haar professionele hulp of ondersteuning te zoeken.
  • Zoek meer informatie over angststoornissen, in de boekhandel, de bibliotheek of op internet.
  • Zoek zelf steun als het je te veel wordt.

Behandeling

Lees verder over de behandeling die PuntP biedt.